donderdag 11 november 2010

Zeeleven van dood


Bericht uit de stille oceaan 320 km ten noord-oosten van Oahu.

Eerst viel het niet zo op en zag het er zelfs wel mooi uit al die drijvende flarden door mijn sfeer.
Ik ben gek op onbekende wezens in het water. Je zou de plek waar ik slaap eens moeten zien. Sprookjesachtig.
Even leek het of we niet ouder konden worden konden. Onze huid werd olie-achtig. De meesten van ons zagen er fabelachtig uit vlak voordat ze stierven.
Later werd het steeds voller op mijn leefplaats en moesten we de sfeer verlaten. Uit de stilte de stroom in. Het leeft niet fijn in de stroom, ik houd van stilte en rust. De stroom bruist alleen maar. Eindeloos door.
De dieren die er nog zijn vechten om eten want dat is er steeds minder. En wat er wel is, daar wordt je ziek van.
Iedereen is steeds vaker ziek van de flarden. De dolfijnen noemen het plastic, het zal wel, ze zijn erg slim.
We zien ze steeds minder hier in de stroom. Jammer, het waren de enige wezens met wie ik nog een beetje contact van betekenis kon hebben. Van mijn familie is nu iedereen dood denk ik, we waren nooit erg sterk.
De anderen zijn vertrokken of hebben zich verstopt. Alsof dat helpt.
Nu ik veel alleen ben denk ik vaak na over hoe het nu verder moet met mij.
Ik ben moe van de beweging. Moe van de eeuwige deining.
Ik zou wel weer eens stil willen liggen.

Ik ben een paar keer naar de kust gezwommen maar daar is het zo vol met alles dat ik zeker weet dat daar geen plek is voor mij.
Terug de sfeer in kan niet meer, het ligt daar helemaal vol met plastic.
Onder water is het daar nu overal donker. Er is te weinig zuurstof en ik krijg het water niet meer goed door mijn kieuwen.
Je kunt daar alleen nog maar boven de spiegel zijn.
Af en toe hoor ik van plaatsen waar het heel rustig is. Stilte schijnt niet meer te bestaan. Rust nog wel. En er is genoeg water om te blijven leven. Maar om bij die rust te komen moet ik eerst door dat volle heen.
Ik hoor ze al wanneer ik kilometers voor het zand lig. Hoe zal dat klinken als je daar tussen bent. Het plastic komt daar vandaan. Ik heb het ze vanaf hun boten wel in het water zien gooien alsof het niets was, zo zonder te kijken, zo achteloos. Ik denk dat het voor hen geen betekenis heeft, als ze er zo makkelijk afstand van doen.
De dolfijnen noemen hen mensen. Het zal wel, ze zijn erg slim, die dolfijnen.
Die mensen zagen er helemaal niet slecht uit. Alleen anders.
We lijken op elkaar.
Als in een soort verwantschap.
Ze weten helemaal niet dat wij er dood van gaan.
Ze weten niet eens van ons bestaan.
Misschien moet ik gewoon naar ze toe zwemmen en ze vertellen hoeveel ellende ze ons gekost hebben.
Misschien hebben ze er zelf ook wel last van.

Er schijnt aan de andere kant van dat land ook zee te zijn. En als ik de andere kant uit zwem is daar ook land met aan de andere kant zee. Zou er in een van die landen geen water zijn waar ik door heen kan zwemmen naar de andere zee?
Maar wat als het daar net zo vies is geworden. Ik heb van de dolfijnen wel eens gehoord dat het water dat door de landen stroomt voor ons niet meer veilig is. Het zal wel. Waar zijn zij eigenlijk naar toe gegaan...Ze zijn zo slim, die dolfijnen.

Het lijkt wel een stukje uit een sprookje, maar het zijn voornamelijk feiten....

Jaarlijks belanden miljoenen tonnen afval in de oceanen. Tachtig procent hiervan is plastic. Het plastic wordt meegevoerd door de grote hoofdstromingen in de wereldzeeën.
De hoeveelheid plastic is zo groot dat er nu midden in de stille oceaan een eiland drijft van plastic met een oppervlak zo groot als Frankrijk, Portugal en Spanje samen. Dat plastic lost niet op maar verandert in steeds kleinere deeltjes en steeds meer en meer en meer, tot er zoveel is dat onze zeeën en oceanen verzadigd zijn, en onze vogels, en onze vissen die wij zelf ook eten en uiteindelijk wij..verzadigd van plastic. Omdat ook onze ingewanden net als dat van de vogels en vissen de kunststoffen niet verteren duurt het niet zo heel erg lang meer voor wij als soort ook in de problemen komen. De overheden hebben met dit verteringsproces blijkbaar niet zoveel moeite. De verantwoordelijkheden in deze geschiedenis worden naar elkaar afgeschoven. Milieuorganisaties signaleren dit probleem, maar weten de oplossing ook niet.
Wist u bijvoorbeeld dat op elk strand ter wereld het zand al vermengd is met kleine stukjes plastic? Nee? Ik wist het ook niet.
Maar nu wel.
Tegen de tijd dat de mensheid merkt dat er gezondheidsproblemen ontstaan is het véél te laat. Over een paar generaties zijn de problemen niet meer te overzien. Gaan we nu afwachten wat voor ziekten en afwijkingen ontstaan?
Ik ben me ervan bewust hoe afgezaagd het klinkt als ik schrijf over hoe we als individu het verschil moeten gaan maken.
..en toch...
Ik heb een domeinnaam geclaimd.
Druppelopdegloeiendeplaat.nl.
Verder heb ik mijn laatste plastic tas gekocht. Dat kan ik na dit blogje nooit meer doen. Het is maar een klein dingetje. Een druppel op een gloeiende plaat. Maar stel je voor dat iedereen dit zou doen?
Er zijn een aantal initiatieven die echt zouden kunnen werken. Die ga ik verzamelen op druppelopdegloeiendeplaat.nl
U hoort hier meer van.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten