maandag 29 november 2010

Nachtbrei

Ik hoorde gisteren dat ik wat liever moest zijn tegen mijzelf. Ik ben te streng!
Dat weet ik al wel een tijdje, maar ik vind dat ik daar een heel geldig excuus voor heb. Ik wil een soort van kwaliteitsleventje hebben. Ik grap er wel eens over en dan brul ik het hardst op feestjes in mijn stad dat ik groots en meeslepend zal leven, maar eigenlijk meen ik dat.
Ik wordt een beetje kriegel van mensen die mij vertellen dat ik mijn lat te hoog heb liggen, maar weet je zelfs met mijn lengte kan ik makkelijk onder mijn latje door. Ik weet ergens wel dat ze gelijk hebben, vooral in de periodes dat ik weer eens ten onder ga aan mijn eisenpakketje. En toch...al dat gecrash is ook ergens goed voor. Het is een hele natuurlijke manier om te ervaren dat je even een dag of wat rustig aan moet doen. Op zulke momenten moet je jezelf verwennen en dan kom je ineens weer als herboren tevoorschijn, met een beetje mazzel net op tijd voor het volgende feestje. Ik ben momenteel voor drie bedrijven aan het dingessen. s Nachts vormen mijn dromen en loopjes de meest bizarre combinaties tussen alle mogelijkheden van die 3 bedrijven. Daar word ik doodmoe van maar wat ben ik s morgens blij met de nachtbrei die is blijven hangen. Met die brei ga ik overdag dan weer aan het werk en ik zie aan mijn horizon de beroemde kerstcrash al gloren. Die valt elk jaar in de vakantie. Ook weer mooi opgelost.

Ik hoorde gisteren ook dat ik mij schuldig voel over alles wat mis is gegaan in mijn leven. Dat is nogal wat, want er ging een boel mis, en ik hoorde die uitspraak uit mijn eigen mond komen.
Daar zit dan meteen dat strenge naar mezelf toe en ik kreeg de boodschap mee om vooral mezelf te vergeven. Andere mensen hoefde (nog) niet. Maar mij moest ik vergeven.
Nuh..daar gaat ie dan;

Lieve Roxanne
Ik vergeef je alle vergissingen die je beging.
Omdat je niet beter wist en nooit uit kwade bedoelingen handelde vind ik het sowieso een beetje overdreven dat je je schuldig voelt over je daden, maar ja je bent wel een beetje een drama-queen wat dat betreft en dat laatste vergeef ik je ook meteen maar.
Verder is het heel normaal dat je nog steeds boos bent op een aantal mensen. Die hebben dat namelijk verdiend. Dat zijn mensen die jou moedwillig pijn hebben gedaan, niet per ongeluk of zonder dat ze het wisten..nee expres.
Droom dus nog maar lekker een poosje verder over hoe je je zult wreken op ze.
Dat vergeef ik je Roxanne.
Wat je moederschap betreft..ach je weet wel dat wakker liggen niet helpt. En het laatste incident was wel heel duidelijk een issue over loslaten. Net toen je daar eindelijk aan toe was, ging het heel erg mis met je kind. Net toen je even niet keek gebeurde er iets naars. Nu kun je twee kanten op. Je kunt er voor kiezen dat halve uurtje ook boven op je grut te blijven zitten en ze nog beter te beschermen, maar je hebt al ervaren dat er momenten zijn dat dat niet kan. Je kunt er ook voor kiezen om je kroost op te vangen na een traumatische gebeurtenis en ze te troosten, zoals alleen jij dat kan. Er volledig zijn voor ze als ze dat nodig hebben, en je terug trekken wanneer dat niet het geval is. Het zijn pubers lieve Roxanne, en je hebt ze tot nu toe heel erg intensief begeleid. Genoeg om ze nu zelf hun keus te laten maken. Stop dus nu ook maar met je schuldig voelen over de fouten die zij maken.
Ik vergeef je al je woede. Opgeslagen in dat slimme lijf van je, dus dat kun je nu ook laten gaan.
Ik vergeef je je al je fratsen, die je denkt nodig te hebben als een soort brandstof om de paljas uit te hangen.
O en stop alsjeblieft ook met die idioot hoge levensverwachting, je kwaliteitsdingetje. Groots en meeslepend leef je toch wel, ook in je diepste dalen.




Ik voel nog niks

Ik ga het gewoon bloggen, dan wordt het iets plechtigs!


donderdag 11 november 2010

Zeeleven van dood


Bericht uit de stille oceaan 320 km ten noord-oosten van Oahu.

Eerst viel het niet zo op en zag het er zelfs wel mooi uit al die drijvende flarden door mijn sfeer.
Ik ben gek op onbekende wezens in het water. Je zou de plek waar ik slaap eens moeten zien. Sprookjesachtig.
Even leek het of we niet ouder konden worden konden. Onze huid werd olie-achtig. De meesten van ons zagen er fabelachtig uit vlak voordat ze stierven.
Later werd het steeds voller op mijn leefplaats en moesten we de sfeer verlaten. Uit de stilte de stroom in. Het leeft niet fijn in de stroom, ik houd van stilte en rust. De stroom bruist alleen maar. Eindeloos door.
De dieren die er nog zijn vechten om eten want dat is er steeds minder. En wat er wel is, daar wordt je ziek van.
Iedereen is steeds vaker ziek van de flarden. De dolfijnen noemen het plastic, het zal wel, ze zijn erg slim.
We zien ze steeds minder hier in de stroom. Jammer, het waren de enige wezens met wie ik nog een beetje contact van betekenis kon hebben. Van mijn familie is nu iedereen dood denk ik, we waren nooit erg sterk.
De anderen zijn vertrokken of hebben zich verstopt. Alsof dat helpt.
Nu ik veel alleen ben denk ik vaak na over hoe het nu verder moet met mij.
Ik ben moe van de beweging. Moe van de eeuwige deining.
Ik zou wel weer eens stil willen liggen.

Ik ben een paar keer naar de kust gezwommen maar daar is het zo vol met alles dat ik zeker weet dat daar geen plek is voor mij.
Terug de sfeer in kan niet meer, het ligt daar helemaal vol met plastic.
Onder water is het daar nu overal donker. Er is te weinig zuurstof en ik krijg het water niet meer goed door mijn kieuwen.
Je kunt daar alleen nog maar boven de spiegel zijn.
Af en toe hoor ik van plaatsen waar het heel rustig is. Stilte schijnt niet meer te bestaan. Rust nog wel. En er is genoeg water om te blijven leven. Maar om bij die rust te komen moet ik eerst door dat volle heen.
Ik hoor ze al wanneer ik kilometers voor het zand lig. Hoe zal dat klinken als je daar tussen bent. Het plastic komt daar vandaan. Ik heb het ze vanaf hun boten wel in het water zien gooien alsof het niets was, zo zonder te kijken, zo achteloos. Ik denk dat het voor hen geen betekenis heeft, als ze er zo makkelijk afstand van doen.
De dolfijnen noemen hen mensen. Het zal wel, ze zijn erg slim, die dolfijnen.
Die mensen zagen er helemaal niet slecht uit. Alleen anders.
We lijken op elkaar.
Als in een soort verwantschap.
Ze weten helemaal niet dat wij er dood van gaan.
Ze weten niet eens van ons bestaan.
Misschien moet ik gewoon naar ze toe zwemmen en ze vertellen hoeveel ellende ze ons gekost hebben.
Misschien hebben ze er zelf ook wel last van.

Er schijnt aan de andere kant van dat land ook zee te zijn. En als ik de andere kant uit zwem is daar ook land met aan de andere kant zee. Zou er in een van die landen geen water zijn waar ik door heen kan zwemmen naar de andere zee?
Maar wat als het daar net zo vies is geworden. Ik heb van de dolfijnen wel eens gehoord dat het water dat door de landen stroomt voor ons niet meer veilig is. Het zal wel. Waar zijn zij eigenlijk naar toe gegaan...Ze zijn zo slim, die dolfijnen.

Het lijkt wel een stukje uit een sprookje, maar het zijn voornamelijk feiten....

Jaarlijks belanden miljoenen tonnen afval in de oceanen. Tachtig procent hiervan is plastic. Het plastic wordt meegevoerd door de grote hoofdstromingen in de wereldzeeën.
De hoeveelheid plastic is zo groot dat er nu midden in de stille oceaan een eiland drijft van plastic met een oppervlak zo groot als Frankrijk, Portugal en Spanje samen. Dat plastic lost niet op maar verandert in steeds kleinere deeltjes en steeds meer en meer en meer, tot er zoveel is dat onze zeeën en oceanen verzadigd zijn, en onze vogels, en onze vissen die wij zelf ook eten en uiteindelijk wij..verzadigd van plastic. Omdat ook onze ingewanden net als dat van de vogels en vissen de kunststoffen niet verteren duurt het niet zo heel erg lang meer voor wij als soort ook in de problemen komen. De overheden hebben met dit verteringsproces blijkbaar niet zoveel moeite. De verantwoordelijkheden in deze geschiedenis worden naar elkaar afgeschoven. Milieuorganisaties signaleren dit probleem, maar weten de oplossing ook niet.
Wist u bijvoorbeeld dat op elk strand ter wereld het zand al vermengd is met kleine stukjes plastic? Nee? Ik wist het ook niet.
Maar nu wel.
Tegen de tijd dat de mensheid merkt dat er gezondheidsproblemen ontstaan is het véél te laat. Over een paar generaties zijn de problemen niet meer te overzien. Gaan we nu afwachten wat voor ziekten en afwijkingen ontstaan?
Ik ben me ervan bewust hoe afgezaagd het klinkt als ik schrijf over hoe we als individu het verschil moeten gaan maken.
..en toch...
Ik heb een domeinnaam geclaimd.
Druppelopdegloeiendeplaat.nl.
Verder heb ik mijn laatste plastic tas gekocht. Dat kan ik na dit blogje nooit meer doen. Het is maar een klein dingetje. Een druppel op een gloeiende plaat. Maar stel je voor dat iedereen dit zou doen?
Er zijn een aantal initiatieven die echt zouden kunnen werken. Die ga ik verzamelen op druppelopdegloeiendeplaat.nl
U hoort hier meer van.

maandag 25 oktober 2010

Spaanse Margrieten en de moed der dingen


miljoenen bloemen
hebben mijn zomer vol gebloeid
over een maand zijn ze vergeten.
maar die ene Spaanse Margriet
die mij eind oktober nog verraste
blijft in mijn hoofd, die vergeet ik niet


dat rijmt zomaar
dus is het waar

Er wordt vandaag een kastanje omgehaald in de tuinen. Een moedige meneer is vanochtend steeds hoger in de dode boom geklommen. Vol afgrijzen staan wij af en toe een schietgebedje voor hem op te zeggen, natuurlijk met de camera paraat, want dit moet vastgelegd.



Omhelzing, zo bizar, maar een andere manier om vandaag dit wezen te verwijderen is er niet. Kappen is geen optie, want de tuin is te klein en onze huizen staan er om heen. Deze man gaat dus naar de top om van daar steeds meer boom te verwijderen. Tak voor tak zal hij zich vandaag zijn weg naar de grond banen.




..hoger en hoger


..voorzichtig worden de afgezaagde takken aan touwen met lieren naar beneden gelaten om de tuinen op de grond tegen vallend geweld te beschermen. 










...en daar gaat ze dan....





..met een enorme dreun gaat ze neer en dan is het een poosje stil. 
Ik sta daar maar een beetje met mn camera.
Misschien komt er nog wel per ongeluk een gedicht van.


Een ding is zeker, de buurman heeft voor de hele winter genoeg haardhout. Er is ineens een grote lege plek in de tuinen, en gek genoeg wordt het er niet lichter van.

maandag 4 oktober 2010

Nooit meer maandag in de hotelkeuken

Dat alle workshops bij NOOITMEERMAANDAG een feestje zijn dragen we al een poosje uit. Dat het ook elke keer weer zo uitpakt kunnen we eigenlijk niet eens echt helpen, Marian en ik doen gewoon ons ding.
Deze week was er in het atelier van Marian weer zo'n feestje.
Een vrijgezellenfeestje.
De aanstaande bruid droeg een paarse pruik, een strooien rok en een grote strik met de overbodige tekst “ ik ga trouwen.” Ze genoot. Ze genoot van de dag, van haar vriendinnen, het op handen zijnde huwelijk, die outfit, ze haalde haar schouders erover op en schudde haar lila lokken naar achteren, en smeerde de verf nog eens lekker uit.
Marian en ik vinden dan dat de hele wereld klopt.
Een medevrijgezellenfeestganger had speciaal voor de gelegenheid hele oude laarsjes aangetrokken met idee dat het vies moest kunnen worden, maar nergens was ook maar een spatje verf te bekennen aan het eind van de workshop. Dan maar een bloemetje hier en daar heeft ze gedacht.
Lachend hebben we het even aan staan kijken en omdat het onmogelijk is je op zo' n moment te beheersen hebben we met toestemming van de eigenares op onvervalste NOOITMEERMAANDAG-wijze de laarzen een Pollockwaardige upgrade gegeven. Een actionpaint waar ze nog lang plezier van heeft want de vlekken gaan er nooit meer uit.



Helaas was dit het laatste feestje op deze plek; de hotelkeuken van de voormalige hotelvakschool. Marian huurt lekker in tegenspraak met de antikraakwet van Carex , maar is daar nu de dupe van geworden.
Na jarenlang werken van verhuizing tot verhuizing, talrijke ateliers verder is er plots geen nieuwe ruimte in het verschiet. Lichte paniek heeft zich van ons meester gemaakt aangezien we tot diep in december nog boekingen hebben voor de workshops die in haar atelier passen. Het is ook niet zo dat Marian met een kleine studio toe kan, na wat zij al die jaren heeft verzameld ...nou ja kijk hier maar dan snap je het wel en denk dan even aan het formaat van haar kunstwerken. In het huidige atelier ligt nog steeds een schaap van 7 meter.
We hebben er zo lang mogelijk luchtig over gedaan, maar vandaag stond ze haar eerste schilderijen in te pakken en was er opeens verdriet.

Aan ruimte komen is niet alleen het probleem, maar een permanente ruimte die aan alle eisen voldoet..kom er maar eens om.
Het wordt voorlopig een beetje zwerven.
In mijn ateliers aan het Damsterdiep, in de voormalige NOOITMEERMAANDAG-galerieruimte aan de Westersingel, en op lokatie her en der.
We zijn creatief genoeg om dit op te lossen, maar jammer is het wel.

Ik heb sinds deze week internet in mijn ateliers.

Pindasoepje

Ik ben half Surinaams. Dat merkt verder niemand aan mij. Ik had net zo goed Marokkaans of Turks of Spaans kunnen zijn.
Als ik reis wordt ik aangesproken in de taal van het land waar ik ben. Ik ben een soepje
Ik ben bijna nooit bezig met mijn afkomst, al komt het wel geregeld ter sprake in de “wat-voor-een-ras-ben-jij?”-vragen.
Soeppraatjes vind ik dat altijd en meestal begin ik te schutteren met het enige echte Surinaamse bewijs; mijn pindasoep. Een traditie die ik koester en met veel bombarie op feestdagen en andere bijeenkomsten misbruik om vooral veel leuke mensjes de keuken in te lokken en rond de keukentafel te gijzelen.

In mijn familie zijn een flink aantal mensen die pindasoep kunnen maken, zo moeilijk is dat natuurlijk ook niet. De recepten variëren. Zo heb ik een tante die gewoon een hele kip in de soep doet en alles erin laat zitten; botjes, velletjes en dingetjes die je niet meer herkent en voor de zekerheid op de rand van je bord legt. Grote stukken vlees en groente kom je ook bij sommige pindasoepkokers tegen. Dat moet echt met beleid naar je mond en dan gaat het soms toch nog fout. Daar heb je je "tengels" voor nodig. Echt Surinaams is dat.
De pindasoep die ik maak heb ik van mijn moeder geleerd, zij trekt de basis van kipfilet. Een keurig soepje, zo eentje waar je niet dingessen uit je mond hoeft te plukken en die je gewoon met een lepel kunt eten.
Dat eten is altijd wel een dingetje in de huiselijke kring. Er wordt heel kritisch geproefd... hmmmmmm had wel iets meer van dat dittum in gemogen, ja en iets minder van dattum, een liefdevol gekissebis zoals dat binnen mijn familie hoort te bestaan, ook een traditie.
Natuurlijk is de pindasoep van mijn moeder het lekkerste.

Gisteren vierden we met de hele familie de verjaardag van neef Jimmy.
Er was pindasoep. Die van mijn moeder.

twee liter pindasoep
3 kipfilets kleingesneden met 2 liter water opzetten
2 uien, waarvan een halve met drie kruidnagelen erin gestoken(niet
vergeten er weer uit te halen)
twee preien, zo fijn of grof als je wilt
2 a 3 tomaten in blokjes en het liefst ontveld
4 a 5 kippeboullonblokjes
2 a 3 teentjes knoflook
1 eetlepel bamikruiden van conimex
1 a 2 theelepels sambal badjak
1/2 eetlepel kerriepoeder
mespuntje nootmuskaat
Verder naar eigen smaak toevoegen: zwarte peper
scheutje ketjap manis
worchestershiresauce
Aan het eind van de kooktijd roer je er 1½ pot pindakaas doorheen.
Ergens gaat er dan ook nog iets doorheen wat ik niet ga verklappen. Om je dit recept eigen te maken verzin je uiteindelijk iets dat alleen jij doet. Zo wordt het jouw soepje.

De wilde ganzen vliegen helemaal de verkeerde kant op lately, richting zuiden. Daar word ik altijd een beetje triest van.

woensdag 15 september 2010

Natural Networking festival

#NNF10

Natural networking festival in Elp. Waarom? Zomaar, om eens een keer iets anders te doen met NooitMeerMaandag, misschien een beetje inspiratie tappen uit de natuur. Marian en ik hadden ons er niet al te veel van voorgesteld. Wel hadden we zin in een weekend met een tent in de bossen, maar netwerken...

Dat netwerken ging uiteindelijk vanzelf natuurlijk, hoe kan het ook anders op het “natural networking festival
We waren ingedeeld om een actionpaint a la NooitMeerMaandag te geven. Lekker gooien en smijten met verf.
We werkten met z'n tweetjes als altijd, maar er was deze keer nog iets anders.
Groots, levend, alsof het bos bestond uit een enorm orgaan.

Ik ken deze terreinen van Staatsbosbeheer van zomerweken vol “Buitenkunst.” Tientallen kunstworkshops werden daar gegeven in allerlei disciplines.
Ik durfde toen nog niks. Ik was met volle overgave moeder en probeerde een relatie met iemand in stand te houden die bij voorbaat al mislukt was. Af en toe ging ik 5 minuten naar een workshop. Om te kijken. Meer ruimte zat er toen gewoon niet in mijn hoofd. Beren zaten daar, enorme beren.
Ik was jaloers op de vrijheid van die mensen die daar van alles aan gingen.

Op het punt dat elke creatieveling zal herkennen kwamen Marian en ik ook hier weer beren op de weg tegen, of beter gezegd beren in het bos.
De actionpaint workshop was zo spannend door de totaal ongeschikte setting, gras/modderbodem, dat we ter plekke besloten niet de workshop te geven die we normaal doen en dat was een geweldige beslissing. Het ging niet meer om het resultaat in verf en materie, maar om de mensen die ons vonden die middag. Met een dreigende regenwolk boven onze buitenluchtkoppen speelden we alle regels die horen bij het spel dat je met verf speelt. En vooral met elkaar.

Martijn Aslander heeft tijdens de opening van ons bedrijf in zijn optreden iets gezegd dat wij zo mooi vonden en nog altijd handhaven; mensen kunnen bij ons veilig falen, en omdat Marian en ik ons daar aan over kunnen geven kunnen de andere spelers dat ook.

Dat stukje bos waar we bivakkeerden dat was nog wat. Behalve die naalden en die regen.
We hadden anderhalve kilometer krimpfolie meegezeuld om daar wat mee te spelen.
Het plan was om een world wide web te bouwen tussen die bomen en dat 's nachts te verlichten zodat er een atmosfeer zou ontstaan die iets toe zou voegen aan deze plek voor de mensen die het wilden bezoeken. De installatie zou het netwerk en de verbindingen uit drukken en we wilden eieren gebruiken om de inspiratie te verbeelden. Het idee was binnen een week bedacht en materiaal was ook geen probleem. Na wat experimenteren hadden we er alle vertrouwen in dat we dat world wide web ook echt konden bouwen. Onze beren hadden in dit stadium nog maar het formaat van een teddy.

Toen ik 's middags na de actionpaint met mijn emmers vol water, kwasten en andere attributen het huiskamerveld overstak, kwam een attente heer mij tegemoet en nam mijn zware last van mij over. Tijdens het spoelen kwamen we in gesprek. Zijn naam was Wouter en hij vertelde dat hij er zo van hield om in bomen te klimmen.
Ik moest me beheersen om hem niet meteen naar ons kampement te sleuren.

Later klom hij voor ons in de bomen. We hebben niet 1 beer meer gezien.

Ons web spon zichzelf.
De hele natuur werkte mee. Het weer. Het bos. 's Avonds waren er sterren door de bomen.
We vonden Renger en Steven bereid live muziek te maken voor ons 's nachts en ineens was het een beetje magisch.
Mensen kwamen, en sommigen bleven om wat tijd met ons te delen daar onder dat world wide web.
Een enkeling was zelfs ontroerd.



Nog meer prachtige foto's van RonaldAlbers
En foto's van Marieke van der Veen


Ik ben als een blok gevallen voor een stuk of 200 mensen. M'n hart is flink opgerekt.
Ik heb prachtige verhalen aan de kampvuren gehoord, godenvoer gehad van Wout de Moor en zijn team “komt wel goed schatje”. Stiekem heb ik af en toe mn ego laten strelen door een foute man om lachend weg te lopen en heel af en zong ik mee met de stomme liedjes.
Heel veel kleine foto' tjes zijn ineens echte mensen geworden op twitter.

In het atelier van Marian ligt een bos op de vloer. Dat krijg je wanneer je de tent afbreekt en inpakt als het regent. Honderden dennennaalden herinneren ons aan dat mooie plekje daar in dat bos. Even buiten de dynamiek van het festival. En toch verbonden met zoveel mensen. Marian weer met andere mensen dan ik en dus dubbel zoveel verhalen als je zo je natte tent uit hangt.

En nu dweil ik wat verloren rond, want ik mis het bos. Ik mis de geuren en de atmosfeer ook al was was deze ietwat vochtig. Ik mis vooral de bijzondere dynamiek die zoveel namen heeft en daardoor niet te benoemen is.

O ja die beren in het bos, die hebben we daar maar gelaten.

vrijdag 26 februari 2010

Biechten

Het leukste van bloggen is het schaamteloos plaatsen van een schrijfsel dat toch verder niemand anders ooit zal publiceren. Tenzij het echt goed is natuurlijk. Het tweede leukste ding van bloggen zijn de reacties van mensen die iets hebben herkend in wat je schrijft en dit terug koppelen en het zo een “ ding van delen” maken, waardoor je als blogger het gevoel krijgt dat het toch een beetje geldt wat je doet. Heel af en toe duikt er ook iets als een geweten op.
Iemand uit een ver verleden stuurde mij een mail. Ze had mijn blog over “Mooi oud” gelezen.
Ze stelde een boel vragen, de meeste hadden een sarcastische ondertoon, niet helemaal terecht maar wel heel begrijpelijk.
En hier is dan het derde leukste ding van bloggen; je kunt publiekelijk biechten en een soort van schoon schip maken in de chaos van je geweten. Dat hoef je maar een keer te doen, want het bereik is onmetelijk groot zo op het world wide web.
Ik was toch al best wel persoonlijk bezig hier, dus waarom niet? Deze is voor jou K. En ook een beetje voor de twee vrouwen die het wereldje waar we in terecht kwamen niet overleefden.

U moet weten, ik was niet altijd zoals nu. Ach...wie is dat wel.
In haar de tijd van K was ik een echte tuttebel. Ik leefde in een wereld waar het belangrijker was hoe ik er uit zag dan wie ik was. Ik werkte voor Anna Blues-modeontwerpster als model wereldwijd, liep regio-shows en wisselde dit af met werken achter de cocktailbar in nachtclub Gdansk in Groningen. Een bad hair day of wallen onder mijn ogen na een nacht werken waren de drama' s in mijn leven, een pukkel of een extra kilo de ultieme nachtmerrie. Ik leefde in een roes van werken in de horeca, langs de visagisten en stylisten, de catwalk op, af en toe een schoonheidsslaapje en veel party's. Ik was jong en dan houd je dat wel vol. Mijn leven was een feestje, vol met altijd iets nieuws. Nieuwe steden, nieuwe shows, nieuwe kleren, nieuwe bewonderaars en als ik thuis kwam zat er altijd weer een trouwe schare fans aan mijn bar te smachten naar mijn bedwelmende cocktails. Dit leventje beviel mij wel. Ik hoefde nooit erg veel na te denken. Dat deed ik dan ook zo weinig mogelijk.

Alles veranderde toen ik na een zonreisje terug kwam naar Nederland met een gezicht vol roestvlekken, roest van het donkere soort. Ik zag er verschrikkelijk uit en dat werd bevestigd door de starende of juist snel weg-kijkende mensen om mij heen.
Make-up werd mijn oplossing. Ik heb dat nog een half jaar volgehouden en deed net of ik niet merkte dat ik steeds minder opdrachten kreeg. Visagisten houden niet van probleemhuidjes. Pas toen mijn mooie gave velletje veranderd was in een slagveld van verstopte poriën, steeds meer roest
en elke dag een uur camoufleren anders durfde ik de deur niet meer uit was voor mij de maat vol en bezocht ik een dermatoloog. Al gauw bleek mijn onschuldige pigment afwijking helemaal niet zo onschuldig en niet zo heel veel later werd een vorm van huidkanker geconstateerd waarvan gelukkig maar een paar plekjes echt kwaadaardig bleken.
Het werk in de mode was toen al over, en achter de bar.. tja, op een nacht was ik zo zat van mijn “masker”. Er was een warme en zweterige atmosfeer en ik voelde me vies onder mijn laag make-up. Ik was het opeens helemaal zat. Zat hoe ik me achter mn masker verstopte om wat iedereen wel zou denken als ik het niet deed, zat van de oppervlakkige behoefte aan bewondering en vooral zat van de tijd en energie die ik steeds stak in het laten zien van iemand die niet meer bestond.
In mijn pauze heb ik toen mijn gezicht helemaal schoongeboend. Ik heb nog even moeite gehad met terug stappen achter die bar, maar nooit spijt gehad van dat moment. Ik zie nog de gezichten en voel nog de overdosis aan reacties, de negatieve, maar die heb ik verdrongen, en de positieve waar ik mee verder ben gegaan.
Ik heb nog 2 x daarna een chirurgische ingreep gehad, waarvan de laatste 2 jaar geleden, omdat in mijn huid zich weer iets verdachts had voorgedaan.
Ik mag nooit meer onbedekt in de zon. Ik raak allang niet meer in paniek bij ieder nieuw plekje. De wereld van mode heb ik geen minuut gemist K, het was mooi zo lang het duurde. Wij waren mooi zo lang het duurde, en daarna begonnen we gewoon met ons leven, waar af en toe een knokpartij bij hoort.
Volgende keer gaat het weer gewoon over kunst. Koenjst.

donderdag 4 februari 2010

Dooimist

Ik stuit aan het eind van deze middag op het woord. “Dooimist.”
Het geeft gelijk een naam aan alle dingen in deze dag, vanaf het eerste vroege begin van wakker worden door de loeiende sirenes door de straten van mijn stad. Een eindeloze echo van de trieste wetenschap, dat er ergens iemand heel erg in nood zit.
Een vreemde tegenstelling, in mijn dromen waren het de galmende gitaren van Pat Metheny en zweefde ik met mijn dierbaren ergens op de eerste rij van de Oosterpoort in Groningen.
Beneden in de keuken is het licht zo grijs dat het bijna hoorbaar druilt.
Nog meer sirenes en niet zomaar ergens, maar een straat verder. Mijn zoontje doet er opgewonden over.
Wanneer we later naar zijn school fietsen, en we de vlammen uit de daken zien spuiten op de onheilsplek merk ik dat ik me erger aan zijn kinderlijke uitspraken. “Oh, cool, nu heb ik echt iets te vertellen in de klas!” Hij is zowat blij. “Sja” reageer ik, “maar wat als er nou iemand gewond is geraakt.” Ik vind het flauw van mezelf dat ik hem zijn spectakel niet gun.
Ik heb een hekel aan ramptoerisme, je vergapen aan de ellende van een ander, maar een brand kan ik blijkbaar niet weerstaan ondanks mezelf en ineens sta ik daar tussen de menigte, maak zelfs een foto.
Ik heb zelf ooit brand gehad in huis en weet hoe snel vuur verslind. Ik sta daar maar, te wensen dat er niemand meer binnen is….
Er komt een jongen langs mij heen gerend. Hij schreeuwt iets. Ik hoor niet wat, maar de toon zorgt dat al mijn haren overeind gaan staan. Hij breekt door het afzetlint en trekt een sprint richting het brandende pand. Hij wordt opgevangen door agenten en mensen van de brandweer. Hij is hysterisch hij schreeuwt en kronkelt en ik zie hem crashen in de armen van de mannen die hem opvangen. Radeloos.
Zou er nog iemand binnen zijn.
Beschaamd tot op mijn nerven frommel ik mijn mobieltje terug in mijn broekzak en maak dat ik wegkom.
Er is nog iemand binnen. De gedachte laat me niet meer los.
Later aan de keukentafel zie ik hoe de tuinen in de verte in mist gehuld zijn. Is het de rook van de brand. Ik zoek op internet steeds naar het laatste nieuws, is het vuur al uit. Laat er niemand binnen zijn. Het beheerst mijn ochtend. Een eindeloze herhaling van naar het raam lopen en de verdrietige grauwheid buiten constateren en terug naar de keukentafel. Ik ben ondertussen in het hoofd van de moeder terecht gekomen van het meisje dat vermist schijnt te zijn. Ze woonde niet eens in het pand maar is te gast, voor het feestje van Vindicat vanavond.

Er was nog iemand binnen. Rond de middag verschijnen de eerste berichten. Ontzet lees ik over de jonge vrouw die gevonden is.
Op het nieuwsfilmpje zie ik de jongen nogmaals instorten. En opnieuw rookwolken, of is het toch mist.

Natuurlijk blijft het zo grijs dweilen vandaag.
Geen mooie klare uitzichten op de wintertuinen vandaag
Sissende tranen in mijn smeltende stad.
Dooimist

maandag 18 januari 2010

Mooi oud

Een paar keer per jaar neem ik mij voor om naar de kapper te gaan.
Ik vertrouw kappers niet. Een onbeduidend kindertraumaatje.
Een keer per jaar ga ik dan toch maar, een noodzakelijk kwaad, net als de tandarts.
En alleen de dooie puntjes mogen er af.

Zal ik er een spoeling doorheen doen, dan zie je er niks meer van, zegt het meisje voorzichtig.
Alle haren, ja ook die grijze gaan overeind staan.
“Waarvan?” Vraag ik met best wel een waarschuwing in mijn toon, vind ik zelf.
Noueuh…..ze knipt zwijgend door.
Ze geeft niet meteen op.
“Ik kan de kleur van de spoeling in precies uw eigen kleur mengen”, probeert ze opnieuw.
Zal ze nu van haar baas meer moeten verkopen dan een knipbeurt of heeft ze echt het beste met mij voor?
In beide gevallen slaat ze de plank volledig mis.
“Maar waarom dan? Ik voel hoe mijn toon alweer een octaaf is gezakt. Iedereen die mij een beetje kent zou op dit punt eieren voor zijn geld kiezen. Maar ze kent mij niet. En ze is jong genoeg om zich op deze manier met mijn uiterlijk te bemoeien zonder dat ik daar verder iets achter hoef te zoeken. Een prachtig meisje, jong en gaaf, iets teveel make-up, maar dat vind ik al gauw van make-up. Ik ontmoet haar blik in de spiegel en ze begint te blozen.
Ach wat, waar gaat het nou over, een paar grijze haren. Ik schiet in de lach en vraag haar hoe erg het is. Ze kleurt nog roder. Ik heb ineens oprecht met haar te doen.
“Ik vind het niet erg hoor”, probeer ik haar gerust te stellen.
Ik zie haar schaar bevriezen midden in een beweging. “Meent u dat nou echt?” Ze lijkt echt heel erg verbaasd.
Ze is van een andere wereld, besef ik dan. Een wereld van perfecte bikinilijntjes en mascararollers die je wimpers 10x voller en langer laten lijken. Een wereld waarin puistjes niet mogen, dik taboe is, maar volume een must. Ze leeft in de volle overtuiging dat wat op tv in de commercials gezegd wordt waar moet zijn. De tijdschriften die ze leest staan bol van goedbedoelde tips plus foto’s van de meisjes die deze tips goed hebben begrepen.
Wat moet ze nou met mij.

Het is mijn wereld niet. Ik doe daar niet aan mee.
Ik zie ze heus wel hoor, die grijzen. En dat alles aan mij richting zuiden begint te wijzen heeft niks met windrichting te maken. Wallen, rimpels, flubberarmen en weet ik veel wat me allemaal nog te wachten staat, het zal me wat.
In de spiegel met het koude winterlicht van rechts schatert het verval me toe en ik grijns terug.
Want mijn grijzen zijn zo goed als zilver. Wat gaat hangen is evengoed van mij en eerlijk verdient. Het meeste aan mij doet het nog goed, terwijl ik statistisch gezien “over de helft” ben. Met lipstick op mijn mond voel ik me net een clown en het bederft mijn smaak.
En ik wrijf graag af en toe hartgrondig in mijn ogen, daar hoef ik dus echt niks op te kladderen.

Geduldig leg ik haar uit dat het niet aan mij besteed is. Spoelingen, smeersels, conditioners, waxes, pakkingen, botox, lipodingessen…….. Ik heb liever een nieuwe schildersezel, want ik heb er nog maar 23, of een mooi Hahnemuhle Fine Art William Turner aquarelblok met 300grams vellen van 100% katoen en een grove korrel. O, en mijn rode oker en mijn cadmiumrood zijn ook op. Dat telt echt.

Nou mevrouw eigenlijk hebt u het ook helemaal niet nodig.Wilt u nog een kopje koffie?
Nog twee weken, dan is er een feestje. Dan kan ik weer een hele nacht dansen.
En dat telt ook.

Ik ga fantastisch elegant oud worden zonder toeters en bellen.

zondag 17 januari 2010

Nachtgedachten

Nachtgedachten 2.48 uur
Ze staan na uren nog steeds op mn netvlies, nadat de camera was uitgezoemd…….wat een boel witte lakens.
En wat zijn er veel kleintjes bij..
Je weet s’ochtends nooit of het vandaag je sterfdag zal zijn.
Je doet gewoon je ding en dan valt ineens de wereld om.
Gewoon boven op jou.
Je bent 1 jaar en je wordt gespaard. Je bent 10 en je bent meteen dood.
Je bent 30 en je ligt 3 dagen onder een gebouw bekneld met je dode familie om je heen.
Je bent 15 en na die enorme klap weet je niet waar je bent, je kunt je niet meer bewegen, je stem is opgehouden van uitputting er is steeds minder geluid om je heen en je bent bang dat je zult sterven.
Sommigen weten s’ochtends dat het hun sterfdag zal zijn.
Daggedachten
Landerig aan de keukentafel brengen we de dag door in somberheid om zoveel leed.
We zouden hierdoor onze eigen lasten en pijnen kunnen relativeren en zo nog een beetje stemming kunnen genereren, maar het is wel goed zo. Waarom zou je altijd maar voorbij de ellende willen? Omdat ze van iemand anders is? Op de Apple-tv komen foto’s voorbij, huwelijksfoto’s, babyfoto’s, vrienden, feestjes, vakanties ons leven in een veilige stevige notendop.
We zijn er allemaal een beetje stil van vandaag.

zaterdag 9 januari 2010

NOOIT MEER MAANDAG 2

De overgave


Marian ontmoette ik wel eens op feestjes. We hebben ons kunstenaarschap gemeen en het klikte. Toen ze mij vroeg of ze eens bij een workshop mocht helpen zei ik direct ja.
Vanaf het begin is dat een voltreffer geweest. We vullen elkaar griezelig goed aan tijdens de sessies en onze klanten krijgen dat mee in de “fun”die we beleven aan het gezamenlijk creëren.

Dat gezamenlijk creëren is toch wel een ding geweest hoor.
Vóór het presentatiefeestje dat we wilden geven om onze samenwerking officieel te maken besloten we eerst alle producten die we aanbieden zelf grondig uit te proberen. We hebben vooral veel zitten experimenteren om het nog specialer te maken. Een zomer lang hebben we daar in mijn atelier elkaar helemaal gek zitten maken, verzonnen we nieuwe workshops om onze concullega’s voor te blijven, immers elk zichzelf respecterend atelier geeft tegenwoordig workshops. Elke ingeving van Marian rukte bij mij een register aan ideeën open en omgekeerd werkte dat net zo. Onze directe kring mensen werd stapelkrankjorum van ons. We waren in die periode waarschijnlijk voor niemand anders te pruimen dan voor ons.
In die zomer van 2008 zijn een paar bijzondere producten ontstaan. Bijvoorbeeld papierhasjee, een soort van papier-maché maar dan anders. Door lijmsoorten te mixen ontdekten we toepassingen die in een korter tijdsbestek maximaal resultaat opleverden, waardoor onze klanten met een degelijker kunstwerk thuiskomen. Toen het herfst werd stonden we te schilderen met alles behalve verf. Steeds iets nieuws verzinnen werd ons motto, bij alles wat we deden.



Tijdens die experimentele sessies is een sfeer ontstaan van altijd willen blijven hangen in de kick van het nieuwe, niet denken maar doen en de blunders eruit ziften, om onze klanten veilig te kunnen laten falen.
Ik zag op televisie hoe we binnen 5 minuten onze rijst op tafel kunnen hebben, dat heeft uncle Sam zo bedacht. Een klein fragment uit het dagelijks bestaan van de gemiddelde werkende/ondernemende Nederlander. Ik maak zelf ook deel uit van die hollende meute.
Marian en ik willen optimale omstandigheden scheppen om een “moment” te ontrukken aan de meedogenloze vaart van deze tijd. Niet alleen voor onszelf, maar ook voor onze klanten. Het duurde even voor we dat kort en bondig onder woorden konden brengen. NOOITMEERMAANDAG is voor ons een kreet die deze lading dekt.
In eerste instantie lieten we alles zachtjes en bescheiden rondzoemen.
Tijdens de lancering van NOOIT MEER MAANDAG in oktober 2008maakten we al iets meer kabaal. Martijn Aslander deed de opening en we maakten een goede indruk op onze stad.

Niet denken maar doen werd een veelgehoorde kreet in het atelier, dat geldt echter alleen voor de spelers. Wij als coaches denken wel degelijk na.
Wanneer men een kunstwerk als resultaat wil moet er een krachtige compositie staan. Een verantwoord kleurpalet. En als er een bepaalde vorm vereist is moet hij vormvast zijn. Lukt dat de deelnemers niet, dan moet onze trukendoos open.
Bij veel kunstenaars blijft die dicht, want stel je voor dat iemand anders jouw dingetje gaat doen.
Eigenlijk is het not done om je als coach te bemoeien met de inhoud van het kunstwerk, belangrijk is het om je klant het gevoel te geven dat het maaksel alleen en enkel en alleen tot stand kwam door zijn of haar vermogen. Een mooi streven hoor, maar om een kunstwerk tot stand te brengen dat klopt volgens de normen van een kunstwerk valt nog niet mee wanneer je nog nooit een penseel gehanteerd hebt.

Leuk hoor een dergelijk broddelwerkje, maar we hangen het toch liever in de kantine dan in de hal, want het rammelt aan alle kanten, hoe leuk de teambuilding dag ook was en hoe hard we ook gelachen hebben.

Natuurlijk is het belangrijk om niet aan de eigenwaarde van een maker te komen, maar is het gevoel van trots niet even groot als dat kunstwerk ook echt een eyecatcher is op een prominente plek mede omdat het goed doorwrocht is?

Marian en ik zijn heel wat workshops verder, de een met wat meer spektakel dan de ander, dat passen we per klant keurig aan, maar allemaal waardevol. Onze anti-site is veranderd in een mooie stevige visitekaart online ga maar eens kijken op nooitmeermaandag.nl.

..het moment dat het gemurmel gegniffel en andere geluiden die bij gêne horen overgaan in stilte. Ik hoor de kwartjes vallen. Dit is het moment dat Marian en ik even naar elkaar gniffelen.
Dit is een van die dingen waar het ons om te doen is, die bijna stilte, met alleen nog het geluid van overgave.